Pluk alleen wat je kent!

Zorg ervoor dat je 100% zeker weet welke plant je plukt. Bij twijfel: laat de plant staan!

​

Pluk alleen wat je nodig hebt

Laat altijd genoeg bloemen, zaden en vruchten staan voor dieren en andere wildplukkers. De vuistregel is maximaal 1/20 planten oogsten. Zo kunnen planten verder groeien en zich nog vermeerderen.

​

Pluk alleen op een schone plek

Pluk niet langs straten, waar gespoten is met pesticiden, waar veel honden komen, langs spoorwegbermen en akkerranden. Was je oogst in water met een scheutje azijn of een schepje zout. Bloemen was je best niet.

​

Pluk waar het mag

Je mag niet plukken in natuurreservaten. In bossen mag je in principe niet oogsten, maar bijvoorbeeld een handvol braambessen plukken of kastanjes rapen voor eigen gebruik wordt gedoogd. Pluk geen beschermende of bedreigde planten.

​

Pluk met respect voor de natuur

Als je bladeren en bloemen oogst, pluk voorzichtig. trek de plant niet uit met wortel en al. Graaf geen wortels uit in de natuur.

​

Draag mee zorg voor het landschap waar je oogst

Laat geen sporen na, neem afval mee van anderen en laat voldoende staan voor dieren. Zo kan je zelf en vele anderen de volgende jaren ook nog van een mooie oogst genieten.